Sociale dieren

Mensen zijn van nature sociale dieren. De kans op overleven was vroeger vele mate groter in een groep, dan als individu. We zijn daarom ook geprogrammeerd om ons te voegen in een groep. Sommige mensen nemen automatisch de rol als leider op zich, anderen volgen liever.

 

Groepsgevoel

Ook nu zijn groepen nog heel belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan vriendengroepen, collega’s of gelijkgestemden. De meeste mensen willen graag aardig gevonden worden, ze zijn op zoek naar bevestiging en waardering en willen iets betekenen voor de ander.

 

Erbij willen horen 

Dit gevoel van ‘erbij willen horen’ begint al vroeg. Op de basisschool beginnen kinderen vriendschappen te vormen. Er ontstaan individuele vriendschappen, maar ook vriendengroepen. Kinderen ontwikkelen het ‘groepsgevoel’. Een kind dat niet goed kan meekomen of buiten de boot valt, krijgt deukjes in zijn zelfbeeld en zelfvertrouwen.

 

Aanpassen aan de groep

De behoefte om bij een groep te horen is zo aanwezig, dat kinderen (of volwassenen) zich gaan aanpassen aan de groep. Ze gaan zich anders gedragen dan ze in werkelijkheid zijn, om geaccepteerd te worden. Kinderen wijken zo steeds verder af van hun eigen kern. Ze leggen de verantwoordelijkheid voor hun eigen gevoel, mening en gedrag in de handen van de groep.

 

Heb ik soms wat verkeerd gezegd?

Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar eigen gevoel. Zodra een kind van zichzelf afwijkt om bij een groep te horen, raakt hij steeds verder verwijderd van zijn eigen gevoel. Het gevolg is dat een kind vervolgens voortdurend in onzekerheid leeft. “Vindt Fientje mij nog wel aardig?” “Zou Sam boos op mij zij?” “Vinden ze mij dom of stom?” “Hoor ik er nu nog wel bij?”

Zolang Sam niet boos is, Fientje nog steeds blij en de vriendengroep nog steeds in stand is, voelt het kind zich opgelucht en blij. Tot er een nieuwe situatie voorbijkomt waarin de twijfel de kop opsteekt.

 

Piekeren

Piekeren over wat anderen vinden of denken, kost veel energie en gaat ten koste van iemands zelfbeeld en zelfvertrouwen. Kinderen die zich voortdurend zorgen maken over wat anderen vinden of denken, hebben geen vertrouwen meer in hun eigen gevoel of gedrag.

 

Trouw blijven aan jezelf

Hoe kun je als ouder je kind begeleiden om trouw te blijven aan zichzelf?

1). Blijf in je eigen tuin. Maak een kind bewust van zijn eigen gevoel en dat van een ander. Maak dit visueel, door bijvoorbeeld gebruik te maken van ‘je eigen tuin’. Hoe weet een kind of hij in zijn eigen tuin is, of rondsnuffelt in andermans tuin op zoek naar zijn gevoel?

  1. Ik ben in andermans tuin, als…
    1. … ik pieker over wat een ander denkt of voelt.
    2. … ik mij zorgen maak of anderen mij nog wel aardig vinden.
    3. … ik vóór een bepaalde situatie bang ben hoe een ander gaat reageren.
    4. … ik mij onrustig, verdrietig of onzeker voel in een groep.
  2. Ik ga terug naar mijn eigen tuin door…
    1. … stil te staan welke gevoelens van mij zijn en welke van de ander.
    2. … te beseffen dat ik alleen invloed heb op mijn eigen gevoel.
    3. … te weten dat mijn eigen gedrag en gevoel oprecht en goed is. Wat een ander hiervan denkt of ermee doet, is van de ander. Mijn intenties zijn goed, dus ik ben goed.

Door middel van kindercoaching krijgt jouw kind handvatten om terug te keren naar zijn / haar eigen tuin en daar te blijven. Benieuwd hoe? Neem dan gerust contact op via het contactformulier.

 

2). Waarom willen anderen mij als vriend(in)? Kinderen die veel piekeren over wat anderen denken of vinden, hebben vaak ook een laag zelfbeeld. Door op een positieve manier naar zichzelf te kijken, leren kinderen zichzelf meer te waarderen en zullen twijfels en gepieker afnemen. Ga in gesprek met je kind over zijn / haar kwaliteiten.

Dit kan overigens ook in spelvorm!

  1. Ga met elkaar voetballen of overgooien. Benoem een kwaliteit van jezelf of juist van de ander wanneer je de bal schopt of gooit.  
  2. Schrijf een heleboel kwaliteiten op verschillende kaartjes. Leg ze bedekt op tafel en laat je kind kwaliteiten kiezen. Ga in gesprek over deze kwaliteit. Herkent je kind zichzelf hierin? Waarom wel / niet?
  3. Maak samen een tekening van bijvoorbeeld een boom, een zon of een huis. Schrijf op iedere tak, bij iedere zonnestraal of in iedere kamer een kwaliteit.
  4. Maak een stripverhaal met jouw kind in de hoofdrol. Laat je kind een stripverhaal tekenen hoe hij of zij zich het liefste wil voelen en gedragen in een vriendschap of een groep. Wat heeft je kind nodig om zich zo te voelen? Wat staat hem / haar in de weg om zich zo te voelen?

 

3). Laat het piekermonster buiten de deur. Iedereen heeft weleens een stemmetje in zijn / haar hoofd, dat kritiek uit of je laat piekeren over een bepaalde situatie. In mijn kindercoachpraktijk noem ik dit vaak een piekermonster. Door je piekermonster visueel te maken, is het gemakkelijker om grip te krijgen op deze gedachten. 

Welke gedachten heeft je kind als hij / zij piekert over bijvoorbeeld een vriendschap of een situatie? Schrijf deze gedachten op een papier. Laat je kind zijn / haar eigen piekermonster tekenen. Geef het monstertje een naam en een kleur. Schrijf alle gedachtes die hierbij horen op.

Draai het papier nu om. Naast een piekermonster, zit er namelijk ook een helper in het hoofd van je kind. De helper geeft positieve feedback en bezorgt je kind zelfvertrouwen. Hoe ziet de helper eruit? Geef de helper een naam en een kleur. Schrijf alle gedachtes die bij de helper horen op.

 

Stop het piekeren met behulp van de drie sleutels

Veel kinderen die piekeren over een situatie of vriendschappen zijn gebaat bij het vergroten van hun zelfkennis, zelfvertrouwen en zelfredzaamheid.

Ben je benieuwd naar wat kindercoaching voor jouw kind kan betekenen? Neem dan contact op voor een vrijblijvende intake of een informatief telefoongesprek!