Hoezo onredelijk? Ik ben helemaal niet onredelijk, jij luistert gewoon niet naar mij! Met een wild gebaar draai ik me weer om in bed.

Wat was hier aan de hand? Het was de laatste dag van de vakantie. Ik wilde vroeg opstaan, om rustig te kunnen ontbijten. Mijn vriend wilde zo lang mogelijk blijven slapen, om uitgerust achter het stuur te stappen.

Ik vond dat hij niet naar mijn argumenten luisterde. Ik werd steeds gefrustreerder. Vervolgens gaf hij mij een knuffel en vroeg wat er nou écht aan de hand was. Wat voelde ik?

Ik voelde stress en onrust. Ik had een heerlijke week gehad, die tot een eind was gekomen. Ik voelde me op vakantie zo ontspannen en gelukkig. Ik zag ertegenop om weer terug te gaan naar mijn dagelijkse leven met een overvolle agenda.

stress

Gedrag als communicatiemiddel

Ik gebruikte mijn gedrag, onbewust, om mijzelf (en mijn vriend) iets duidelijk te maken. Door mijn gevoel (stress, onrust, onzekerheid) te benoemen, trok de mist op uit mijn hoofd. Ik kon weer helder nadenken en de situatie vanuit een ander perspectief bekijken. We hadden een heerlijke week gehad, die helaas was afgelopen. We gingen weer terug naar huis, naar ons dagelijkse leven. Ik zag op tegen de druk, maar ik wist dat ik altijd kon terugdenken aan de vakantie en de gezelligheid.

Een voorbeeld uit het leven van een kind

Kinderen gebruiken hun gedrag regelmatig om iets naar zichzelf of de buitenwereld te communiceren. Dit doen zij het merendeel van de tijd onbewust.

Luna is jarig. Ze heeft een heleboel cadeautjes gekregen. Bij het laatste cadeautje begint ze door gesprekken heen te praten en ze vraagt haar ouders op een jengelende manier om aandacht. 

Moeder: “Hou eens op Luna, ik ben even in gesprek!”

Luna: “Mama ik wil nog een cadeautje!”

Moeder: “Je hebt al heel veel cadeautjes gekregen, ga er maar lekker mee spelen.”

Luna: “NEE dat wil ik niet! Mijn cadeautjes zijn stom!!”

Moeder: “Nou moet het niet gekker worden, doe niet zo ondankbaar! Ga anders maar naar je kamer als je zo vervelend blijft doen.”

Luna: “Snik snik…….”

 

Wat gebeurt er in bovenstaand voorbeeld? Luna heeft een heleboel leuke cadeautjes gekregen, een lekker stuk taart gehad en heeft een heleboel aandacht gekregen. Haar bezoek heeft het gezellig, ze voeren gesprekken met elkaar. Luna’s vriendinnetjes zijn aan het spelen met de cadeautjes van Luna. Dat klinkt als een leuke verjaardag!

Alleen Luna voelt zich niet blij. Wat maakt dat zij zich niet blij voelt?

Luna voelde zich het stralende middelpunt. Ze ervaarde veel plezier in het uitpakken van cadeautjes. Bij het laatste cadeautje was de pret ineens voorbij. Haar gasten hadden geen aandacht meer, haar vriendinnetjes gingen er al met de eerste cadeautjes vandoor en Luna kon geen inpakpapier meer van de cadeautjes scheuren. De omslag was voor Luna te groot.

Hoe kan de moeder van Luna haar het beste helpen in het begrijpen van haar gevoel? Door haar gevoel te erkennen, Luna te troosten en haar vervolgens uit te leggen dat ze geen nieuwe cadeautjes krijgt.

Luna: “Mama ik wil nog een cadeautje!”

Moeder: “Je vindt het stom dat de cadeautjes op zijn, dat is ook jammer (erkennen). Het was ook zo leuk om het inpakpapier van de cadeautjes te scheuren (troosten)! De cadeautjes zijn nu op (realiteit), kom maar even op schoot, dan kijken we samen naar jouw mooie cadeautjes.”

Luna: “Ik wil graag met mijn nieuwe pop spelen!”

meisje taart verjaardag

Is je kind nog niet klaar voor de realiteit? Blijf dan stap 1 (erkennen) en stap 2 (troosten) herhalen, tot je kind zich rustiger voelt. De realiteit hoef je maar één keer te benoemen. Je kind is zich bewust van de realiteit, maar heeft alleen even behoefte aan erkenning en troost.

Wat kan een kind zelf doen?

Bewust worden van je eigen gedrag is niet altijd even gemakkelijk. Opmerkingen van de buitenwereld kunnen ervoor zorgen dat kinderen niet meer vertrouwen op hun eigen gevoel. Denk bijvoorbeeld aan:

“Je hoeft niet zo boos te worden.”

“Het is niet nodig om te huilen, het valt wel mee.”

“Kom het is niet eng, we gaan het gewoon proberen.”

Door iedere dag stil te staan bij hun eigen gevoel, leren kinderen hierop te vertrouwen en aan de hand hiervan hun gedrag te verklaren.

Spelenderwijs stil staan bij je gevoel

Er zijn heel veel verschillende gevoelens en emoties. In mijn praktijk onderscheid ik vijf basisemoties:

  1. Blijdschap
  2. Verdriet
  3. Angst
  4. Boosheid
  5. Afkeer

Iedere emotie heeft een eigen functie met de bijbehorende voor- en nadelen. Sommige emoties zijn meer welkom dan de anderen. Misschien heeft een emotie veel meegemaakt en verstopt zich, zodat een andere emotie het overneemt.

Om de emoties weer met elkaar in balans te brengen, is het belangrijk dat kinderen zich bewust zijn van het belang van elke emotie. De emoties zijn vrienden onderling en ook vrienden van het kind zelf.

De emotie club

Door de verschillende emoties te visualiseren (tekenen, knutselen) krijgt je kind een beter beeld van zijn of haar eigen emoties. Geef alle emoties een naam, kwaliteiten en een eigen kleur. Iedere emotie krijgt op deze manier een duidelijk karakter en wordt (weer) onderdeel van het kind.

emoties

Omgaan met emoties door kindercoaching

Wordt je kind snel boos, verdrietig of angstig? Kan je kind exploderen in een woede aanval of in een huilbui en lukt het vervolgens niet om weer contact te maken met je kind? Door middel van coaching leert je kind zijn of haar gedrag beter te begrijpen en het gevoel onder het gedrag te achterhalen. Als ouder ontdek je hoe je jouw kind hierbij het beste kan begeleiden. Benieuwd wat coaching voor jullie gezin kan betekenen? Neem dan gerust contact op, telefonisch of via het contactformulier.