Ik kijk toe hoe een kind uit mijn praktijk voor de grote kast met spelletjes staat. Zoveel onbekende spellen om uit te kiezen! En de keuze wordt nog lastiger als blijkt dat alle spelletjes te moeilijk zijn.

Maar is dat echt zo? Zijn de spelletjes echt te moeilijk? Of is de spanning van iets nieuws en de kans dat het niet lukt zo groot, dat hij het liever helemaal niet probeert? 

Faalangst komt in vele soorten en maten. Kinderen kunnen heel zelfverzekerd zijn bij bepaalde taken of activiteiten, terwijl ze bij andere taken of activiteiten zeggen dat ze dit niet kunnen of te moeilijk vinden. 

Daarnaast uit faalangst zich ook niet in één type gedrag. Kinderen kunnen zich terugtrekken, moeilijke taken vermijden of uit de weg gaan, boos worden, enzovoort. 

Een stukje achtergrondinformatie over het Faalangstmonster

Faalangst is een situatiegebonden angst. Dit houdt in dat kinderen bij een bepaalde situatie bang zijn om te falen, om iets fout te doen. Het Faalangstmonster zorgt voor een bepaald gevoel en gedrag, om kinderen te beschermen tegen de teleurstelling. Dit klinkt misschien tegenstrijdig. Aan de ene kant zorgt het Faalangstmonster voor een vervelend gevoel, maar aan de andere kant doet hij dit om het kind te beschermen.

Hoe werkt dat dan? 

Faalangst komt vaak voor uit een eerdere (vaak negatieve) ervaring. Een kind had een fout gemaakt en kreeg hier bijvoorbeeld een vervelende reactie op van zijn omgeving. Of een kind vergeleek zichzelf met bijvoorbeeld leeftijdsgenoten, waardoor hij zich onzeker voelde over zijn eigen prestaties. Ook verwachtingen van de omgeving kunnen faalangst oproepen. Hoe hoger de verwachtingen, hoe spannender het wordt om aan deze verwachtingen te voldoen. 

Het Faalangstmonster onthoudt deze negatieve ervaring of het gevoel niet aan een bepaalde verwachting te kunnen voldoen. Vervolgens zorgt het monster ervoor dat een kind zich terugtrekt, zichzelf overschreeuwt, frustratie eruit gooit, enzovoort. Alles om het kind ervan te weerhouden de lastige taak of activiteit uit te voeren. Want stel je voor dat het kind (weer) faalt, dan komt dat nare gevoel ook terug! 

Oke, bedankt daarvoor, Faalangstmonster. Maar kan het niet op een andere manier? 

Gelukkig kan dat wel! Het is heel fijn dat het Faalangstmonster kinderen beschermt van het nare gevoel van falen, maar de manier waarop het Faalangstmonster dit doet geeft net zo’n naar gevoel! 

Hoe kan een kind ervoor zorgen dat het Faalangstmonster hem of haar op een andere manier waarschuwt, waardoor zij het monster op hun beurt weer kunnen geruststellen? 

Want dat is precies wat het Faalangstmonster nodig heeft. Geruststelling. Erkenning dat een bepaalde situatie spannend is, of een taak moeilijk. Vervolgens vertrouwen dat het wel goed komt, dat het niet erg is om een fout te maken en dat je hiervan leert en groeit. 

Hoe dan?

In 3 stappen omgaan met het Faalangstmonster! 

1. De eerste stap voor kinderen is bewust zijn van hun eigen Faalangstmonster. Denk samen na over de volgende vragen:

  • Hoe probeert jouw Faalangstmonster je te beschermen tegen moeilijke taken of spannende uitdagingen? 
  • Wat merk je aan je lichaam (voelen), je gedachten (denken) en je gedrag (doen)? 
  • Hoe ziet je Faalangstmonster eruit? Hoe heet hij / zij?
  • In welke situaties komt jouw Faalangstmonster uit zijn grot om jou te beschermen? 


2. Nadat je kind zich bewust is geworden van zijn Faalangstmonster, is het belangrijk om samen na te denken hoe je kind het Faalangstmonster kan geruststellen. 

  • Wat helpt om je weer rustig en ontspannen te voelen? Denk bijvoorbeeld aan: je ademhaling, rondje rennen, water drinken, enzovoort. 
  • Wat heeft je Faalangstmonster nodig? Denk bijvoorbeeld aan: een knuffel, even erkenning, troost, enzovoort. 


3. Het Faalangstmonster is gerustgesteld, het nare gevoel is weg of bijna weg. Tijd voor helpende gedachten!

  • Het Faalangstmonster roept dingen als: “Dit gaat je niet lukken!” “Ga het maar niet proberen, want je kan het toch niet!” Welke opmerkingen helpen je om de moeilijke taak of de spannende uitdaging toch te proberen? Denk bijvoorbeeld aan: “Ik kan het wel” “Ik ga oefenen en ik mag fouten maken, van fouten maken leer ik” “Ik mag om hulp vragen als ik er zelf niet uitkom” “Ik doe mijn best”.


Bonus tip

Het Faalangstmonster komt soms op de gekste momenten uit zijn grot. Om dit te voorkomen of om hier adequaat mee om te gaan, helpt het om iedere dag helpende gedachten te bedenken. Hang bijvoorbeeld een vel papier op in huis waarop je kind (en andere gezinsleden) helpende gedachten kunnen opschrijven. Of maak samen een schatkistje waarin je kind iedere dag een helpende gedachten in kan doen. Je kunt hier als ouder ook af en toe een briefje in doen, als verrassing voor je kind ;). 


Kindercoaching kan helpen om het Faalangstmonster te verslaan!

Sommige kinderen kunnen nog een extra steuntje in de rug gebruiken om met het Faalangstmonster om te gaan. Kindercoaching kan jouw kind hierbij helpen. Is jouw kind bijvoorbeeld snel boos of verdrietig? Misschien is dit het Faalangstmonster dat jouw kind probeert te beschermen. In de praktijk ontdekt jouw kind zelf wat zijn of haar Faalangstmonster nodig heeft, zodat je kind zich weer ontspannen en gelukkig voelt! 


Nieuwsgierig geworden naar kindercoaching? Neem gerust contact op via het contactformulier!