Heeft mijn kind bijles nodig?

Hoe vaak heb jij de afgelopen twee jaar het woord ‘leerachterstand’ gehoord? Door de lockdowns hebben kinderen veel onderwijs gemist. We konden een poos niet meer om het woord leerachterstand heen. Om deze reden hebben veel ouders de stap gemaakt naar bijles

Er zijn nog veel meer redenen om te kiezen voor bijles. Ik zet ze even voor je op een rijtje:

  • Je kind is niet gemotiveerd en wil zijn taken of huiswerk niet maken.
  • Je weet dat je kind meer in zijn mars heeft, maar op belangrijke toetsen als de CITO-toets vallen de resultaten tegen
  • Je kind krijgt op school te weinig hulp en aandacht.
  • Je voelt je als ouder net een politieagent
  • Je kind klapt dicht bij moeilijke opdrachten en komt hier zelf niet uit. 

Genoeg redenen om de stap te zetten naar bijles, vind je niet? 

Door mijn jarenlange ervaring in het geven van bijles geloof ik absoluut in de waarde van bijles. Door de verschillende hulpvragen en kinderen die ik langs heb zien komen, ben ik ook kritischer gaan kijken naar de reden voor aanmelding.

Laten we de bovenstaande redenen nog eens nader bekijken, maar dan vanuit een coachings invalshoek

  • Je kind is niet gemotiveerd en wil zijn taken of huiswerk niet maken.

Je kind heeft last van faalangst en onzekerheid. Je kind gaat moeilijke taken of huiswerk uit de weg, puur uit zelfbescherming tegen het nare gevoel van falen. Je kind is zich onvoldoende bewust van zijn talenten en kwaliteiten en weet deze dus ook niet in te zetten bij taken of opdrachten die hij moeilijker vindt. 

  • Je weet dat je kind meer in zijn mars heeft, maar op belangrijke toetsen als de CITO-toets vallen de resultaten tegen. 

Je kind ervaart de stress en druk die bij deze meetmomenten komen kijken. Hij is zich bewust van het belang van een goed resultaat, maar kan door de stress niet meer helder nadenken. Je kind mist de handvatten om zichzelf weer rustig te krijgen en met zelfvertrouwen de toetsen te maken. 

  • Je kind krijgt op school te weinig hulp en aandacht, omdat hier geen ruimte voor is.

Je kind vindt het lastig om zijn interne hulpbronnen te activeren en externe hulpbronnen in te schakelen. Je kind mist de handvatten om te geloven in zijn eigen oplossingsvermogen en de daadkracht om actie te ondernemen. 

  • Je voelt je als ouder net een politieagent. 

Je mist de handvatten als ouder om je kind liefdevol en met geduld te begeleiden in zijn leerontwikkeling en hem hier zelf verantwoordelijk voor te maken. 

  • Je kind raakt gefrustreerd bij lastige opdrachten of taken. 

Je kind raakt gefrustreerd als iets niet lukt. Je kind wordt boos en het lukt hem niet om hier zelf uit te komen. Je kind mist de handvatten om zichzelf rustig te maken, zijn innerlijke hulpbronnen te activeren en de taak even te laten voor wat het is als hij er écht even niet uitkomt. 

Veel ouders en leerkrachten zien bepaald gedrag bij hun kind als het gaat om hun schoolwerk en denken dat bijles hiervoor de oplossing is. Natuurlijk is bijles enorm waardevol als je kind een extra steuntje nodig heeft bij de inhoud. Gaat het echter om gedrag en onderliggende onzekerheid, dan heeft je kind waarschijnlijk meer baat bij kindercoaching

Interventies omtrent het mentaal welbevinden van kinderen zijn niet voor niets onderdeel van het NPO (Nationaal Programma Onderwijs). Oud minister van Onderwijs Arie Slob gaf al aan dat kinderen beter leren als zij lekker in hun vel zitten. En zo is het maar net! Kinderen die zich goed voelen, zelfvertrouwen hebben en vertrouwen op hun eigen gevoel zijn gemotiveerd en weten hoe zij hun talenten kunnen inzetten bij taken die ze lastiger vinden. 

Als ouder kun je hier ook aan bijdragen! Lees hieronder 

7 tips om je kind te helpen met zelfvertrouwen naar school te gaan.

1). Waar ben ik goed in?

Weten waar je goed in bent en daar écht in geloven vergroot je zelfvertrouwen! Stimuleer je kind om na te denken waar hij goed in is. Grote kans dat je als antwoord ‘weet ik niet’ krijgt als je dit regelrecht vraagt. Maak er een spelletje van! 

  • Ga tegenover elkaar staan en gooi een bal naar elkaar. Zeg waar je goed in bent of waar je vindt dat de ander goed in is.
  • Plak verschillende post-its met talenten op de muur. Laat je kind met een balletje tegen de muur gooien. Raakt de bal een post-it? Herkent je kind zichzelf in dit talent? Waarom wel / waarom niet? 
  • Vouw een happertje (google op happertje vouwen). Schrijf in elk vakje een talent. Kies een getal en open het vakje van dit happertje. Welk talent staat hierop? Herkent je kind zichzelf in dit talent? Waarom wel / waarom niet?

2). Maak doelen.

Het hebben van een doel vergroot je motivatie om te leren. Een doel biedt een toekomstperspectief, je kind weet waar hij het voor doet. Koppel ook een beloning aan het doel. Welke beloning kan je kind zichzelf of kan jij aan je kind geven als het doel is behaald?

  • Voorbeelden van doelen:
    • Een bepaald cijfer voor een toets. 
    • De hele week het huiswerk af vóór het avondeten. 
    • Tien extra woordjes leren voor taal.

3). Omgaan met het faalangstmonster.

Kinderen die last hebben van faalangst, hebben een faalangstmonster in hun hoofd. Het faalangstmonster beschermt het kind tegen het nare gevoel van falen. Meer weten over het faalangstmonster? Lees het in deze blog

4). Laat het even voor wat het is.

Je kent het misschien wel, het gevoel van frustratie als iets echt niet lukt. Je blijft het proberen, maar aaaaahh, het lukt niet! Het beste wat je op zo’n moment kan doen, is de taak even te laten voor wat het is, om het op een later moment nog eens te proberen. Help je kind om de opdracht even met rust te laten, zodat hij het op een later moment weer kan oppakken.

5). Even rustig ademen.

Je kind heeft zich goed voorbereid en snapt alles, maar op het moment van de toets krijgt hij toch een black-out. Zonde! Je kind ervaart stress en kan niet meer helder nadenken. De hartslag gaat omhoog en de ademhaling wordt gejaagd. Gelukkig werkt dit ook andersom. Door je kind te leren gebruik te maken van zijn ademhaling, gaat de hartslag omlaag en ontstaat er weer ruimte om met rust na te denken over de opdrachten. Oefen een rustige ademhaling met je kind. Adem samen 10 keer 4 seconden in, 3 seconden vasthouden en weer 4 seconden uit. Neem iedere dag even de tijd om samen te ademen.

6). Aandacht geven aan het nare gevoel. 

Ervaart je kind stress, voelt hij zich onzeker of maakt hij zich zorgen? We hebben vaak de neiging om vervelende gevoelens zo snel mogelijk weg te stoppen, maar alle gevoelens hebben een functie en aandacht nodig. Door het gevoel van je kind te erkennen, ervaart hij dat ook hier aandacht voor is en ontstaat er weer ruimte voor fijne gedachten en gevoelens.

7). Aandacht voor leuke gevoelens.

Na het geven van aandacht aan het nare gevoel, is er ruimte ontstaan voor fijne gevoelens. Waar wordt je kind blij van? Stimuleer je kind om na te denken over leuke dingen, zodat je kind een fijn gevoel krijgt! 

Heeft je kind meer hulp en begeleiding nodig bij het krijgen van een gelukkig en fijn gevoel? Neem dan gerust contact op voor een gratis en vrijblijvend intakegesprek. Meer weten over kindercoaching? Klik dan hier

De intrinsieke motivatie van kinderen

Waarom besluit een kind om (uit zichzelf) te gaan tekenen, voetballen, gamen, trampolinespringen of lezen?

 

De motivatie voor deze activiteiten komt van binnenuit. In wetenschappelijke literatuur heet deze vorm van motivatie “intrinsieke motivatie”.

 

Voor veel leerkrachten en ouders is het frustrerend dat deze intrinsieke motivatie ver te zoeken is zodra het gaat om schoolse taken. Is het dan zo dat kinderen toch geen intrinsieke motivatie hebben? Hebben zij prikkels (in de vorm van straf of beloning) nodig van buitenaf om te leren of activiteiten te ondernemen?

 

Hierop kan ik maar één antwoord geven: Kinderen hebben wel degelijk een intrinsieke motivatie. In een omgeving met voldoende autonomie en competentie krijgt de intrinsieke motivatie van kinderen een kans. 

 

Veel volwassenen denken (onbewust) te weten wat goed is voor kinderen. Het leven van kinderen zit volgepland met activiteiten, trainingen, huiswerk en andere taken. Kinderen worden hierdoor lui, het is immers niet nodig om voor zichzelf na te denken over wat zij belangrijk of interessant vinden. Zij verwachten op een gegeven moment prikkels van buitenaf, zichzelf ergens voor motiveren is nergens voor nodig. Door deze reactie van kinderen, blijft de overtuiging dat zij géén intrinsieke motivatie hebben, in stand.

 

Hoe kunnen we deze gedachte ombuigen, zodat kinderen de kans krijgen om zélf te ontdekken waarom en wat zij willen leren?

  1. Wees nieuwsgierig. Vraag kinderen naar hun interesses en talenten. Waarom vinden zij het leuk om deze activiteiten te ondernemen? Welk gevoel krijgen ze hierbij?
  2. Geef kinderen keuzes. Kinderen die zelf mogen kiezen (binnen de kaders van het curriculum) hebben een gevoel van autonomie. Zij hebben zélf de regie over hun leerproces.
  3. Stimuleer het zelfvertrouwen. Faalangstige kinderen zijn bang om fouten te maken en beginnen daarom liever niet aan taken die zij te moeilijk achten. Door kleine succeservaringen te vieren, wordt het zelfvertrouwen vergroot.
  4. Werken naar een doel. Laat kinderen zelf doelen formuleren. Hoe willen zij deze doelen bereiken?

 

Gun kinderen het plezier van intrinsieke motivatie. Geef ze de kans om hun eigen innerlijke kracht te ontdekken, zodat ze deze optimaal kunnen benutten!