Heeft mijn kind bijles nodig?

Hoe vaak heb jij de afgelopen twee jaar het woord ‘leerachterstand’ gehoord? Door de lockdowns hebben kinderen veel onderwijs gemist. We konden een poos niet meer om het woord leerachterstand heen. Om deze reden hebben veel ouders de stap gemaakt naar bijles

Er zijn nog veel meer redenen om te kiezen voor bijles. Ik zet ze even voor je op een rijtje:

  • Je kind is niet gemotiveerd en wil zijn taken of huiswerk niet maken.
  • Je weet dat je kind meer in zijn mars heeft, maar op belangrijke toetsen als de CITO-toets vallen de resultaten tegen
  • Je kind krijgt op school te weinig hulp en aandacht.
  • Je voelt je als ouder net een politieagent
  • Je kind klapt dicht bij moeilijke opdrachten en komt hier zelf niet uit. 

Genoeg redenen om de stap te zetten naar bijles, vind je niet? 

Door mijn jarenlange ervaring in het geven van bijles geloof ik absoluut in de waarde van bijles. Door de verschillende hulpvragen en kinderen die ik langs heb zien komen, ben ik ook kritischer gaan kijken naar de reden voor aanmelding.

Laten we de bovenstaande redenen nog eens nader bekijken, maar dan vanuit een coachings invalshoek

  • Je kind is niet gemotiveerd en wil zijn taken of huiswerk niet maken.

Je kind heeft last van faalangst en onzekerheid. Je kind gaat moeilijke taken of huiswerk uit de weg, puur uit zelfbescherming tegen het nare gevoel van falen. Je kind is zich onvoldoende bewust van zijn talenten en kwaliteiten en weet deze dus ook niet in te zetten bij taken of opdrachten die hij moeilijker vindt. 

  • Je weet dat je kind meer in zijn mars heeft, maar op belangrijke toetsen als de CITO-toets vallen de resultaten tegen. 

Je kind ervaart de stress en druk die bij deze meetmomenten komen kijken. Hij is zich bewust van het belang van een goed resultaat, maar kan door de stress niet meer helder nadenken. Je kind mist de handvatten om zichzelf weer rustig te krijgen en met zelfvertrouwen de toetsen te maken. 

  • Je kind krijgt op school te weinig hulp en aandacht, omdat hier geen ruimte voor is.

Je kind vindt het lastig om zijn interne hulpbronnen te activeren en externe hulpbronnen in te schakelen. Je kind mist de handvatten om te geloven in zijn eigen oplossingsvermogen en de daadkracht om actie te ondernemen. 

  • Je voelt je als ouder net een politieagent. 

Je mist de handvatten als ouder om je kind liefdevol en met geduld te begeleiden in zijn leerontwikkeling en hem hier zelf verantwoordelijk voor te maken. 

  • Je kind raakt gefrustreerd bij lastige opdrachten of taken. 

Je kind raakt gefrustreerd als iets niet lukt. Je kind wordt boos en het lukt hem niet om hier zelf uit te komen. Je kind mist de handvatten om zichzelf rustig te maken, zijn innerlijke hulpbronnen te activeren en de taak even te laten voor wat het is als hij er écht even niet uitkomt. 

Veel ouders en leerkrachten zien bepaald gedrag bij hun kind als het gaat om hun schoolwerk en denken dat bijles hiervoor de oplossing is. Natuurlijk is bijles enorm waardevol als je kind een extra steuntje nodig heeft bij de inhoud. Gaat het echter om gedrag en onderliggende onzekerheid, dan heeft je kind waarschijnlijk meer baat bij kindercoaching

Interventies omtrent het mentaal welbevinden van kinderen zijn niet voor niets onderdeel van het NPO (Nationaal Programma Onderwijs). Oud minister van Onderwijs Arie Slob gaf al aan dat kinderen beter leren als zij lekker in hun vel zitten. En zo is het maar net! Kinderen die zich goed voelen, zelfvertrouwen hebben en vertrouwen op hun eigen gevoel zijn gemotiveerd en weten hoe zij hun talenten kunnen inzetten bij taken die ze lastiger vinden. 

Als ouder kun je hier ook aan bijdragen! Lees hieronder 

7 tips om je kind te helpen met zelfvertrouwen naar school te gaan.

1). Waar ben ik goed in?

Weten waar je goed in bent en daar écht in geloven vergroot je zelfvertrouwen! Stimuleer je kind om na te denken waar hij goed in is. Grote kans dat je als antwoord ‘weet ik niet’ krijgt als je dit regelrecht vraagt. Maak er een spelletje van! 

  • Ga tegenover elkaar staan en gooi een bal naar elkaar. Zeg waar je goed in bent of waar je vindt dat de ander goed in is.
  • Plak verschillende post-its met talenten op de muur. Laat je kind met een balletje tegen de muur gooien. Raakt de bal een post-it? Herkent je kind zichzelf in dit talent? Waarom wel / waarom niet? 
  • Vouw een happertje (google op happertje vouwen). Schrijf in elk vakje een talent. Kies een getal en open het vakje van dit happertje. Welk talent staat hierop? Herkent je kind zichzelf in dit talent? Waarom wel / waarom niet?

2). Maak doelen.

Het hebben van een doel vergroot je motivatie om te leren. Een doel biedt een toekomstperspectief, je kind weet waar hij het voor doet. Koppel ook een beloning aan het doel. Welke beloning kan je kind zichzelf of kan jij aan je kind geven als het doel is behaald?

  • Voorbeelden van doelen:
    • Een bepaald cijfer voor een toets. 
    • De hele week het huiswerk af vóór het avondeten. 
    • Tien extra woordjes leren voor taal.

3). Omgaan met het faalangstmonster.

Kinderen die last hebben van faalangst, hebben een faalangstmonster in hun hoofd. Het faalangstmonster beschermt het kind tegen het nare gevoel van falen. Meer weten over het faalangstmonster? Lees het in deze blog

4). Laat het even voor wat het is.

Je kent het misschien wel, het gevoel van frustratie als iets echt niet lukt. Je blijft het proberen, maar aaaaahh, het lukt niet! Het beste wat je op zo’n moment kan doen, is de taak even te laten voor wat het is, om het op een later moment nog eens te proberen. Help je kind om de opdracht even met rust te laten, zodat hij het op een later moment weer kan oppakken.

5). Even rustig ademen.

Je kind heeft zich goed voorbereid en snapt alles, maar op het moment van de toets krijgt hij toch een black-out. Zonde! Je kind ervaart stress en kan niet meer helder nadenken. De hartslag gaat omhoog en de ademhaling wordt gejaagd. Gelukkig werkt dit ook andersom. Door je kind te leren gebruik te maken van zijn ademhaling, gaat de hartslag omlaag en ontstaat er weer ruimte om met rust na te denken over de opdrachten. Oefen een rustige ademhaling met je kind. Adem samen 10 keer 4 seconden in, 3 seconden vasthouden en weer 4 seconden uit. Neem iedere dag even de tijd om samen te ademen.

6). Aandacht geven aan het nare gevoel. 

Ervaart je kind stress, voelt hij zich onzeker of maakt hij zich zorgen? We hebben vaak de neiging om vervelende gevoelens zo snel mogelijk weg te stoppen, maar alle gevoelens hebben een functie en aandacht nodig. Door het gevoel van je kind te erkennen, ervaart hij dat ook hier aandacht voor is en ontstaat er weer ruimte voor fijne gedachten en gevoelens.

7). Aandacht voor leuke gevoelens.

Na het geven van aandacht aan het nare gevoel, is er ruimte ontstaan voor fijne gevoelens. Waar wordt je kind blij van? Stimuleer je kind om na te denken over leuke dingen, zodat je kind een fijn gevoel krijgt! 

Heeft je kind meer hulp en begeleiding nodig bij het krijgen van een gelukkig en fijn gevoel? Neem dan gerust contact op voor een gratis en vrijblijvend intakegesprek. Meer weten over kindercoaching? Klik dan hier

Hoe herken je een kind in de (pre)puberteit?

Voor de leesbaarheid van dit artikel noem ik kinderen ‘hij’. Hiermee bedoel ik zowel jongens als meisjes. 

‘Nee! Ik doe de tv niet uit, rot op!’

Pardon?!

Sinds wanneer is jouw tiener zo brutaal? Is je kind soms al in de puberteit? 

Vanaf 9 jaar kunnen kinderen in de puberteit komen, dit wordt ook wel de ‘pre-puberteit’ genoemd. Vanaf 9 jaar komen kinderen steeds meer in de ‘echte’ wereld, waar ze daarvoor nog vooral in een fantasiewereld leefden. Kinderen worden zich bewust van hun eigen gedrag en de reactie van de buitenwereld. Ze ontwikkelen hun identiteit en leeftijdsgenoten worden steeds belangrijker. Kinderen gaan zich steeds meer losmaken van hun ouders, terwijl er ook nog steeds een grote behoefte is aan de veilige basis.

Hoe herken je een kind in de (pre)puberteit?

1). Het laatste woord willen hebben

Wordt je kind steeds brutaler en gaat hij vaker tegen je in? Je kind heeft behoefte om mee te beslissen. Je kind heeft behoefte aan autonomie en een eigen mening. Daarnaast vertoont je kind bepaald gedrag om te ontdekken hoe de buitenwereld hierop reageert. En wat is hiervoor een veiligere omgeving dan thuis?

2). Hormonen gieren door het lijf

Je kind zal meer last hebben van stemmingswisselingen, door de hormonen die veranderen. Het ene moment is je kind vrolijk en maakt grapjes, het volgende moment krijg je een snauw. Voor je kind is dit ook lastig. Hormonen zijn ongrijpbaar en lastig om te begrijpen. 

3). Onzekerheid

Kinderen worden zich steeds meer bewust van hun eigen lichaam en gedrag. Zoals eerder benoemt ontwikkelt je kind in deze fase een eigen identiteit. Dit is een onzekere fase, waarin je kind veel afkijkt bij leeftijdsgenoten. Je kind gaat zich dus steeds meer met anderen vergelijken en dit kan onzekerheid met zich meebrengen.

4). Vriendschappen

Je kind wil vaker ‘hangen’ met vrienden en hecht meer waarde aan de mening van leeftijdsgenoten. Kinderen gaan zich steeds meer losmaken van hun ouders en zich (helaas) ook meer van ze afzetten. 

Hoe ga je hiermee om?

Vijf tips voor het omgaan met jouw (pre)puber

1). Deze fase is geen vrijbrief voor lastig gedrag

Voor zowel je kind als voor jou als ouder geldt: de prepuberteit is geen vrijbrief voor lastig gedrag. Je kind kind kan bij brutaal of lastig gedrag de puberteit kaart spelen door te zeggen: “Ik ben nu een puber, dus het mag!”

Jij als ouder kan deze fase als excuus gebruiken door te zeggen: “Hij zit in de prepuberteit, daarom doet hij zo lastig.” 

Lastig gedrag is niet altijd te wijten aan de (pre)puberteit. Kinderen gebruiken hun gedrag om iets te communiceren, vaak weten ze zelf nog niet eens wat precies. Ga samen op ontdekking welk gevoel er achter het gedrag zit. Heeft je kind behoefte aan duidelijkheid of structuur? Of is je kind misschien gefrustreerd omdat iets niet lukt?

2). Maak duidelijke regels en geef grenzen aan

Dit is altijd belangrijk, maar in een fase waarin een kind zich steeds meer wil afzetten van zijn ouders des te meer. Geef aan dat een kind zich best rot mag voelen, maar er mag niet met spullen worden gegooid. Maak gebruik van geweldloze communicatie. Benoem wat je ziet, geef je kind erkenning en troost voor zijn gevoel en geef vervolgens je grens aan.

3). Laat je kind meedenken en verantwoordelijkheid nemen voor zijn gedrag

Neem samen eens de regels onder de loep. Welke regels passen nog bij de fase waarin je kind zich bevindt en welke niet? Maak samen afspraken hoe je met elkaar omgaat en wat je van je kind verwacht. Door hier samen over na te denken, geef je je kind een eigen mening en zeggenschap over zijn eigen leven. Komt je kind een afspraak niet na? Wijs je kind hierop en geef ook duidelijk aan dat hij deze afspraak zelf heeft verzonnen. Hierdoor laat je jouw kind verantwoordelijkheid nemen over zijn eigen gedrag.

4). Geef je kind uitleg over de veranderingen in zijn lichaam en hormonen

Voor kinderen gebeurt er heel veel in hun leven en hoofd. Veel emoties, gevoelens en gebeurtenissen zijn helemaal nieuw. Leg je kind uit wat er gebeurt en stimuleer je kind om na te denken wat hem kan helpen op momenten dat hij zich rot of chagrijnig voelt. 

5). Gun je kind zijn behoefte aan privacy en zelfstandigheid

Je kind zal vaker dingen alleen of met vrienden willen doen. Respecteer het feit dat je kind zich losmaakt van jou als ouder en geef hem de ruimte. Voor jou als ouder is dit ook een lastige fase, je speelse kind wordt ineens een zelfstandige tiener / puber. Toch is het belangrijk dat je deze ontwikkeling respecteert en stimuleert. Uiteindelijk zal jouw kind uitgroeien tot een zelfstandige en verantwoordelijke volwassene en deze fase is een belangrijke stap in die richting. 

Komen jullie er thuis niet uit met bovenstaande tips? Is het brutale of lastige gedrag zo erg, dat je als ouder geen raad meer weet? 

Of zit je kind er zo doorheen, met zijn onzekerheid of emoties, dat hij hier wel wat hulp bij kan gebruiken? Kindercoaching kan uitkomst bieden. Samen met je kind kijk ik naar het gevoel achter het gedrag. Je kind krijgt handvatten om hier zelf mee om te leren gaan. Nieuwsgierig wat kindercoaching voor jouw kind kan betekenen? Neem dan contact op via het contactformulier, dan plannen we een gratis en vrijblijvend intakegesprek! 

In 5 stappen je kind helpen om te gaan met frustratie

BOEM! De deur slaat met een klap dicht. 

“HET LUKT ME OOK NOOIT!” 

Wat nu weer?? Je kijkt naar het hoopje lego op de vloer. Het leek zo goed te gaan. Je kind was lekker aan het spelen met zijn nieuwe lego bouwwerk. Plotseling haalt je kind het volledige bouwwerk in tranen uit elkaar, rent overstuur naar boven en slaat met de deuren. 

Frustratie als iets niet lukt, je kent het misschien wel. Iets nieuws leren kost tijd, oefening en geduld. Gaat iets niet zo snel als je zou willen of zie je dat het anderen wél (snel) lukt, dan ligt frustratie op de loer. 

Ieder mens (en dus ook ieder kind) uit frustratie op zijn eigen manier. De een ook meer dan de ander. Soms is een kind iedere dag voor een langere tijd gefrustreerd. Dit heeft zowel invloed op zijn eigen mentale welbevinden, maar ook op de sfeer en de omgang met de andere gezinsleden. 

Hoe begeleid jij jouw kind bij het omgaan met zijn frustratie? In onderstaand stappenplan help jij jouw kind om in 5 stappen met zijn frustratie om te gaan. 

1). Even uitrazen is oke. 

We hebben vaak de neiging om kinderen die zich boos of gefrustreerd gedragen te corrigeren. Boos gedrag is door onze samenleving bestempeld als onhandelbaar, onrustig, ongezellig, et cetera. 

Alle emoties hebben een functie, dus ook de emotie boos. 

Kinderen die gefrustreerd zijn omdat iets niet lukt, hebben het nodig om dit even te uiten. Ze geven daarmee hun emotie boos de aandacht. Krijgen ze hier niet de kans voor? Dan verstopt de emotie zich in het lichaam, om er op een ander moment weer uit te springen. 

Geef je kind daarom de ruimte om even uit te razen. Spreek samen een plek af waar je kind naartoe mag gaan als hij zich boos voelt (bijvoorbeeld de eigen kamer). Geef je kind het gevoel dat zijn emotie er mag zijn, door het gevoel te erkennen“Ik zie dat je boos bent, het is ook heel vervelend als iets niet lukt!” 

2). Stimuleer het doorzettingsvermogen

Sommige kinderen hebben de neiging om snel op te geven als iets niet lukt. Ze verfrommelen hun papier, gooien hun lego overhoop of verscheuren hun huiswerk. Door kinderen te stimuleren om door te zetten, vergroot je het zelfvertrouwen. Biedt opties voor andere invalshoeken en laat je kind ook meedenken: “Hoe kun je ervoor zorgen dat het je wél lukt?”  

3). Activeer interne hulpbronnen en schakel externe hulpbronnen in

Door de vraag “Hoe kun je ervoor zorgen dat het wél lukt” krijgt het kind verantwoordelijkheid voor zijn eigen proces. Je kind gaat nadenken over wat hij zelf kan (interne hulpbronnen) of waar hij een ander bij nodig heeft (externe hulpbronnen). Misschien komt je kind tot de conclusie dat hij bijvoorbeeld jou om hulp kan vragen! Stimuleer je kind om zijn eigen talenten en kwaliteiten te benutten: “Waar ben jij heel goed in en hoe kun je dat gebruiken om je probleem op te lossen?”

4). Even de boel de boel laten 

Als iets écht even niet lukt, hoeft je kind niet tot in de eeuwigheid door te gaan tot het lukt. Soms kan het helpen om de tekening, het bouwwerk of het huiswerk even te laten rusten tot een ander moment. Geef hierin het goede voorbeeld, laat zien dat het niet erg is dat dingen soms even niet gaan zoals je had verwacht: “Je voelt je boos dat de sommen niet lukken, dat is ook jammer. Laat het maar even voor wat het is, dan probeer je het later nog een keer!”

5). Stel grenzen

Frustratie is heel vervelend voor je kind, maar dit hoeft geen invloed te hebben op de sfeer in huis of op de omgang met andere gezinsleden. Stel grenzen aan het uiten van de frustratie, niet aan de frustratie zelf. Je kind mag zo boos worden als hij zelf wilt, maar alleen in een daarvoor afgesproken ruimte. Dus bijvoorbeeld niet aan de keukentafel, maar wel in zijn eigen kamer.

Ervaart jouw kind veel frustratie en is bovenstaand stappenplan niet voldoende om je kind hierin te begeleiden? Kindercoaching kan daarbij helpen. Lees hier meer over kindercoaching en mijn werkwijze

Nieuwsgierig geworden? Neem dan gerust contact op via het contactformulier, dan plannen we een gratis en vrijblijvend intakegesprek. 

In 3 stappen omgaan met faalangst

Ik kijk toe hoe een kind uit mijn praktijk voor de grote kast met spelletjes staat. Zoveel onbekende spellen om uit te kiezen! En de keuze wordt nog lastiger als blijkt dat alle spelletjes te moeilijk zijn.

Maar is dat echt zo? Zijn de spelletjes echt te moeilijk? Of is de spanning van iets nieuws en de kans dat het niet lukt zo groot, dat hij het liever helemaal niet probeert? 

Faalangst komt in vele soorten en maten. Kinderen kunnen heel zelfverzekerd zijn bij bepaalde taken of activiteiten, terwijl ze bij andere taken of activiteiten zeggen dat ze dit niet kunnen of te moeilijk vinden. 

Daarnaast uit faalangst zich ook niet in één type gedrag. Kinderen kunnen zich terugtrekken, moeilijke taken vermijden of uit de weg gaan, boos worden, enzovoort. 

Een stukje achtergrondinformatie over het Faalangstmonster

Faalangst is een situatiegebonden angst. Dit houdt in dat kinderen bij een bepaalde situatie bang zijn om te falen, om iets fout te doen. Het Faalangstmonster zorgt voor een bepaald gevoel en gedrag, om kinderen te beschermen tegen de teleurstelling. Dit klinkt misschien tegenstrijdig. Aan de ene kant zorgt het Faalangstmonster voor een vervelend gevoel, maar aan de andere kant doet hij dit om het kind te beschermen.

Hoe werkt dat dan? 

Faalangst komt vaak voor uit een eerdere (vaak negatieve) ervaring. Een kind had een fout gemaakt en kreeg hier bijvoorbeeld een vervelende reactie op van zijn omgeving. Of een kind vergeleek zichzelf met bijvoorbeeld leeftijdsgenoten, waardoor hij zich onzeker voelde over zijn eigen prestaties. Ook verwachtingen van de omgeving kunnen faalangst oproepen. Hoe hoger de verwachtingen, hoe spannender het wordt om aan deze verwachtingen te voldoen. 

Het Faalangstmonster onthoudt deze negatieve ervaring of het gevoel niet aan een bepaalde verwachting te kunnen voldoen. Vervolgens zorgt het monster ervoor dat een kind zich terugtrekt, zichzelf overschreeuwt, frustratie eruit gooit, enzovoort. Alles om het kind ervan te weerhouden de lastige taak of activiteit uit te voeren. Want stel je voor dat het kind (weer) faalt, dan komt dat nare gevoel ook terug! 

Oke, bedankt daarvoor, Faalangstmonster. Maar kan het niet op een andere manier? 

Gelukkig kan dat wel! Het is heel fijn dat het Faalangstmonster kinderen beschermt van het nare gevoel van falen, maar de manier waarop het Faalangstmonster dit doet geeft net zo’n naar gevoel! 

Hoe kan een kind ervoor zorgen dat het Faalangstmonster hem of haar op een andere manier waarschuwt, waardoor zij het monster op hun beurt weer kunnen geruststellen? 

Want dat is precies wat het Faalangstmonster nodig heeft. Geruststelling. Erkenning dat een bepaalde situatie spannend is, of een taak moeilijk. Vervolgens vertrouwen dat het wel goed komt, dat het niet erg is om een fout te maken en dat je hiervan leert en groeit. 

Hoe dan?

In 3 stappen omgaan met het Faalangstmonster! 

1. De eerste stap voor kinderen is bewust zijn van hun eigen Faalangstmonster. Denk samen na over de volgende vragen:

  • Hoe probeert jouw Faalangstmonster je te beschermen tegen moeilijke taken of spannende uitdagingen? 
  • Wat merk je aan je lichaam (voelen), je gedachten (denken) en je gedrag (doen)? 
  • Hoe ziet je Faalangstmonster eruit? Hoe heet hij / zij?
  • In welke situaties komt jouw Faalangstmonster uit zijn grot om jou te beschermen? 


2. Nadat je kind zich bewust is geworden van zijn Faalangstmonster, is het belangrijk om samen na te denken hoe je kind het Faalangstmonster kan geruststellen. 

  • Wat helpt om je weer rustig en ontspannen te voelen? Denk bijvoorbeeld aan: je ademhaling, rondje rennen, water drinken, enzovoort. 
  • Wat heeft je Faalangstmonster nodig? Denk bijvoorbeeld aan: een knuffel, even erkenning, troost, enzovoort. 


3. Het Faalangstmonster is gerustgesteld, het nare gevoel is weg of bijna weg. Tijd voor helpende gedachten!

  • Het Faalangstmonster roept dingen als: “Dit gaat je niet lukken!” “Ga het maar niet proberen, want je kan het toch niet!” Welke opmerkingen helpen je om de moeilijke taak of de spannende uitdaging toch te proberen? Denk bijvoorbeeld aan: “Ik kan het wel” “Ik ga oefenen en ik mag fouten maken, van fouten maken leer ik” “Ik mag om hulp vragen als ik er zelf niet uitkom” “Ik doe mijn best”.


Bonus tip

Het Faalangstmonster komt soms op de gekste momenten uit zijn grot. Om dit te voorkomen of om hier adequaat mee om te gaan, helpt het om iedere dag helpende gedachten te bedenken. Hang bijvoorbeeld een vel papier op in huis waarop je kind (en andere gezinsleden) helpende gedachten kunnen opschrijven. Of maak samen een schatkistje waarin je kind iedere dag een helpende gedachten in kan doen. Je kunt hier als ouder ook af en toe een briefje in doen, als verrassing voor je kind ;). 


Kindercoaching kan helpen om het Faalangstmonster te verslaan!

Sommige kinderen kunnen nog een extra steuntje in de rug gebruiken om met het Faalangstmonster om te gaan. Kindercoaching kan jouw kind hierbij helpen. Is jouw kind bijvoorbeeld snel boos of verdrietig? Misschien is dit het Faalangstmonster dat jouw kind probeert te beschermen. In de praktijk ontdekt jouw kind zelf wat zijn of haar Faalangstmonster nodig heeft, zodat je kind zich weer ontspannen en gelukkig voelt! 


Nieuwsgierig geworden naar kindercoaching? Neem gerust contact op via het contactformulier!

Het gevoel achter gedrag

Hoezo onredelijk? Ik ben helemaal niet onredelijk, jij luistert gewoon niet naar mij! Met een wild gebaar draai ik me weer om in bed.

Wat was hier aan de hand? Het was de laatste dag van de vakantie. Ik wilde vroeg opstaan, om rustig te kunnen ontbijten. Mijn vriend wilde zo lang mogelijk blijven slapen, om uitgerust achter het stuur te stappen.

Ik vond dat hij niet naar mijn argumenten luisterde. Ik werd steeds gefrustreerder. Vervolgens gaf hij mij een knuffel en vroeg wat er nou écht aan de hand was. Wat voelde ik?

Ik voelde stress en onrust. Ik had een heerlijke week gehad, die tot een eind was gekomen. Ik voelde me op vakantie zo ontspannen en gelukkig. Ik zag ertegenop om weer terug te gaan naar mijn dagelijkse leven met een overvolle agenda.

stress

Gedrag als communicatiemiddel

Ik gebruikte mijn gedrag, onbewust, om mijzelf (en mijn vriend) iets duidelijk te maken. Door mijn gevoel (stress, onrust, onzekerheid) te benoemen, trok de mist op uit mijn hoofd. Ik kon weer helder nadenken en de situatie vanuit een ander perspectief bekijken. We hadden een heerlijke week gehad, die helaas was afgelopen. We gingen weer terug naar huis, naar ons dagelijkse leven. Ik zag op tegen de druk, maar ik wist dat ik altijd kon terugdenken aan de vakantie en de gezelligheid.

Een voorbeeld uit het leven van een kind

Kinderen gebruiken hun gedrag regelmatig om iets naar zichzelf of de buitenwereld te communiceren. Dit doen zij het merendeel van de tijd onbewust.

Luna is jarig. Ze heeft een heleboel cadeautjes gekregen. Bij het laatste cadeautje begint ze door gesprekken heen te praten en ze vraagt haar ouders op een jengelende manier om aandacht. 

Moeder: “Hou eens op Luna, ik ben even in gesprek!”

Luna: “Mama ik wil nog een cadeautje!”

Moeder: “Je hebt al heel veel cadeautjes gekregen, ga er maar lekker mee spelen.”

Luna: “NEE dat wil ik niet! Mijn cadeautjes zijn stom!!”

Moeder: “Nou moet het niet gekker worden, doe niet zo ondankbaar! Ga anders maar naar je kamer als je zo vervelend blijft doen.”

Luna: “Snik snik…….”

 

Wat gebeurt er in bovenstaand voorbeeld? Luna heeft een heleboel leuke cadeautjes gekregen, een lekker stuk taart gehad en heeft een heleboel aandacht gekregen. Haar bezoek heeft het gezellig, ze voeren gesprekken met elkaar. Luna’s vriendinnetjes zijn aan het spelen met de cadeautjes van Luna. Dat klinkt als een leuke verjaardag!

Alleen Luna voelt zich niet blij. Wat maakt dat zij zich niet blij voelt?

Luna voelde zich het stralende middelpunt. Ze ervaarde veel plezier in het uitpakken van cadeautjes. Bij het laatste cadeautje was de pret ineens voorbij. Haar gasten hadden geen aandacht meer, haar vriendinnetjes gingen er al met de eerste cadeautjes vandoor en Luna kon geen inpakpapier meer van de cadeautjes scheuren. De omslag was voor Luna te groot.

Hoe kan de moeder van Luna haar het beste helpen in het begrijpen van haar gevoel? Door haar gevoel te erkennen, Luna te troosten en haar vervolgens uit te leggen dat ze geen nieuwe cadeautjes krijgt.

Luna: “Mama ik wil nog een cadeautje!”

Moeder: “Je vindt het stom dat de cadeautjes op zijn, dat is ook jammer (erkennen). Het was ook zo leuk om het inpakpapier van de cadeautjes te scheuren (troosten)! De cadeautjes zijn nu op (realiteit), kom maar even op schoot, dan kijken we samen naar jouw mooie cadeautjes.”

Luna: “Ik wil graag met mijn nieuwe pop spelen!”

meisje taart verjaardag

Is je kind nog niet klaar voor de realiteit? Blijf dan stap 1 (erkennen) en stap 2 (troosten) herhalen, tot je kind zich rustiger voelt. De realiteit hoef je maar één keer te benoemen. Je kind is zich bewust van de realiteit, maar heeft alleen even behoefte aan erkenning en troost.

Wat kan een kind zelf doen?

Bewust worden van je eigen gedrag is niet altijd even gemakkelijk. Opmerkingen van de buitenwereld kunnen ervoor zorgen dat kinderen niet meer vertrouwen op hun eigen gevoel. Denk bijvoorbeeld aan:

“Je hoeft niet zo boos te worden.”

“Het is niet nodig om te huilen, het valt wel mee.”

“Kom het is niet eng, we gaan het gewoon proberen.”

Door iedere dag stil te staan bij hun eigen gevoel, leren kinderen hierop te vertrouwen en aan de hand hiervan hun gedrag te verklaren.

Spelenderwijs stil staan bij je gevoel

Er zijn heel veel verschillende gevoelens en emoties. In mijn praktijk onderscheid ik vijf basisemoties:

  1. Blijdschap
  2. Verdriet
  3. Angst
  4. Boosheid
  5. Afkeer

Iedere emotie heeft een eigen functie met de bijbehorende voor- en nadelen. Sommige emoties zijn meer welkom dan de anderen. Misschien heeft een emotie veel meegemaakt en verstopt zich, zodat een andere emotie het overneemt.

Om de emoties weer met elkaar in balans te brengen, is het belangrijk dat kinderen zich bewust zijn van het belang van elke emotie. De emoties zijn vrienden onderling en ook vrienden van het kind zelf.

De emotie club

Door de verschillende emoties te visualiseren (tekenen, knutselen) krijgt je kind een beter beeld van zijn of haar eigen emoties. Geef alle emoties een naam, kwaliteiten en een eigen kleur. Iedere emotie krijgt op deze manier een duidelijk karakter en wordt (weer) onderdeel van het kind.

emoties

Omgaan met emoties door kindercoaching

Wordt je kind snel boos, verdrietig of angstig? Kan je kind exploderen in een woede aanval of in een huilbui en lukt het vervolgens niet om weer contact te maken met je kind? Door middel van coaching leert je kind zijn of haar gedrag beter te begrijpen en het gevoel onder het gedrag te achterhalen. Als ouder ontdek je hoe je jouw kind hierbij het beste kan begeleiden. Benieuwd wat coaching voor jullie gezin kan betekenen? Neem dan gerust contact op, telefonisch of via het contactformulier.

 

De baas over je eigen gevoel

Het is de schuld van de pindakaas!

Die stomme juf vandaag gaf mij een onvoldoende. Het is echt oneerlijk! Ze vindt iedereen aardig, behalve mij. Als ik het antwoord niet weet wordt ze boos, maar bij andere kinderen gaat ze het wel uitleggen! En ik word er altijd direct uitgestuurd als ik even iets tegen mijn vriendje zeg. Door die stomme juf heb ik mijn huiswerk niet af kunnen krijgen! En daarom was mijn mama ook boos… En nu ik gewoon even wil gaan spelen moet ik de keuken opruimen omdat de pot met pindakaas is gevallen. Het leven is gewoon super oneerlijk en ik ben boos!

driftbui 

Duizenden gevoelens

Zo, dat is nogal wat! In het bovenstaande voorbeeld voelt het kind zich erg boos. Verschillende gebeurtenissen zorgden ervoor dat hij zich steeds rotter ging voelen. De juf was stom, mama was boos en dan viel ook nog eens de pindakaas op de grond.

Welke gevoelens zouden er allemaal door hem heen zijn gegaan?

Hij voelde zich misschien eenzaam of onzeker, omdat hij het gevoel had dat de juf iedereen aardig vindt behalve hem. Zijn moeder was boos, omdat hij zijn huiswerk niet af kon krijgen. Dit gaf hem misschien wel een verdrietig gevoel. En dan moest hij ook nog eens de pot met pindakaas opruimen, dat voelde vast en zeker heel frustrerend!

 

Van gevoel naar gedrag en weer terug naar gevoel

Kinderen die zich bijvoorbeeld boos of gefrustreerd voelen, gaan dit op een bepaalde manier uiten. Sommige kinderen gaan met de deuren slaan, andere kinderen rennen naar hun eigen kamer.

Kinderen gedragen zich nooit expres lastig, achter gedrag schuilt altijd een bepaald gevoel. Op die manier is het kringetje weer rond. Een kind voelt een emotie en gaat dit uiten in gedrag, om daarmee vervolgens duidelijk te maken welke emotie aandacht nodig heeft.

 

Maar wat voel ik dan? Stappenplan om je kind te helpen bij het herkennen van gevoelens

Het is een grote uitdaging om te weten welk gevoel er achter bepaald gedrag schuilt. Daarvoor moet je eerst heel goed weten welke gevoelens en emoties er allemaal zijn! In mijn praktijk onderscheid ik vier belangrijkste basisemoties:

  1. Bang
  2. Boos
  3. Verdrietig
  4. Blij

Bij deze basisemoties horen weer verschillende gevoelens, die allemaal een eigen functie hebben. Bij boos hoort bijvoorbeeld frustratie, machteloos of onzekerheid. Bij verdriet hoort bijvoorbeeld eenzaamheid of onzekerheid.

Voor kinderen zijn al deze emoties en gevoelens nieuw. Door het gevoel voor het kind te benoemen, leren kinderen welke gevoelens zij hebben en waarom.

Hoe help je een kind zijn gevoel te herkennen?

1). Erken het gevoel dat je observeert.

Je voelt je gefrustreerd omdat de pindakaas is gevallen.

2). Troost je kind in zijn gevoel.

Het is ook heel vervelend dat je de pindakaas moet opruimen, terwijl je liever gaat spelen. 

3). Geef de realiteit.

Ongelukjes gebeuren nou eenmaal, maar ook ongelukjes moeten we opruimen. 

gevoel erkennen 

De pindakaas geeft mij een rotgevoel

De gevallen pindakaas zorgt ervoor dat het kind uit bovenstaand voorbeeld zich rot en gefrustreerd voelt. Maar is dat wel echt zo? Pindakaas is misschien wel magisch lekker, maar heeft geen magische krachten om iemands gevoel te bepalen. Dat doe je uiteindelijk helemaal zelf!

Dit besef is al een hele belangrijke eerste stap in het erkennen van je eigen gevoel. Ook al denken kinderen (en veel volwassenen trouwens ook) dat ze hun leven niet zelf kunnen bepalen (ze moeten naar school, op tijd naar bed, broccoli eten in plaats van patat), hun gevoel kunnen ze wel degelijk zelf bepalen!

 

De baas over je eigen gevoel

Maar hoe doe je dat dan, de baas worden over je eigen gevoel? Om het wat makkelijker te maken, kiezen we voor twee gevoelens: Een rotgevoel of een blij gevoel. Oftewel: De regen of de zon.

 

Help je kind om te kiezen voor de regen of de zon!

Gebruiksaanwijzing voor kinderen.

Hoe kies je voor de zon? Denk eens aan een situatie waarin jij je heeeel blij voelde. Wat gebeurde er? En welke gedachtes had je toen? Kreeg je misschien kriebels in je buik of een grote lach op je gezicht? Waren de mensen in je omgeving ook heel blij en gelukkig? Wat ging jij allemaal doen toen jij je zo blij voelde?

Hoe ziet dit gevoel voor jou eruit? Is het een grote zon? Of misschien is het een heel lekker ijsje mét slagroom? Of is jouw blije gevoel een mooie steen of jouw lievelingsknuffel?

 

Gebruiksaanwijzing voor kinderen. 

Hoe kies je voor de regen? Denk eens aan een situatie waarin jij je heeeel rot voelde. Wat gebeurde er? En welke gedachtes had je toen? Kreeg je misschien buikpijn of kreeg je het heel warm? Kwamen er misschien tranen uit je ogen of juist stoom uit je oren? Voelden de mensen in je omgeving zich ook rot? En wat ging jij allemaal doen toen jij je zo rot voelde?

Hoe ziet dit gevoel er voor jou uit? Is het een donkere wolk? Of misschien een bord met spruitjes? Of is jouw rottige gevoel soms een grote spijker of stekel?

 

Het innerlijke weerbericht

De pot pindakaas valt. Wat zien we daar? Is het de spijker of de grote regenwolk? Pff, het is ook vervelend dat het zo’n troep is in de keuken! Maar, als ik nu snel ga opruimen kan ik straks lekker spelen. Hallo zon!

meisje zon 

Benieuwd wat kindercoaching voor jouw kind kan betekenen?

Veel kinderen worstelen met hun emoties of gevoelens. Ze zijn hun innerlijk weerbericht even kwijt en kunnen niet meer verzinnen hoe ze zichzelf blij of vrolijk kunnen maken. In mijn praktijk help ik kinderen bij het herkennen en erkennen van hun gevoel. Ze leren dat ze zelf kunnen kiezen hoe ze zich willen voelen. Gun jij je kind ook grip op zijn of haar emoties en gevoelens? Neem dan gerust contact op voor een vrijblijvend intakegesprek!

 

 

Heb ik soms iets verkeerds gezegd?

Sociale dieren

Mensen zijn van nature sociale dieren. De kans op overleven was vroeger vele mate groter in een groep, dan als individu. We zijn daarom ook geprogrammeerd om ons te voegen in een groep. Sommige mensen nemen automatisch de rol als leider op zich, anderen volgen liever.

 

Groepsgevoel

Ook nu zijn groepen nog heel belangrijk. Denk bijvoorbeeld aan vriendengroepen, collega’s of gelijkgestemden. De meeste mensen willen graag aardig gevonden worden, ze zijn op zoek naar bevestiging en waardering en willen iets betekenen voor de ander.

 

Erbij willen horen 

Dit gevoel van ‘erbij willen horen’ begint al vroeg. Op de basisschool beginnen kinderen vriendschappen te vormen. Er ontstaan individuele vriendschappen, maar ook vriendengroepen. Kinderen ontwikkelen het ‘groepsgevoel’. Een kind dat niet goed kan meekomen of buiten de boot valt, krijgt deukjes in zijn zelfbeeld en zelfvertrouwen.

 

Aanpassen aan de groep

De behoefte om bij een groep te horen is zo aanwezig, dat kinderen (of volwassenen) zich gaan aanpassen aan de groep. Ze gaan zich anders gedragen dan ze in werkelijkheid zijn, om geaccepteerd te worden. Kinderen wijken zo steeds verder af van hun eigen kern. Ze leggen de verantwoordelijkheid voor hun eigen gevoel, mening en gedrag in de handen van de groep.

 

Heb ik soms wat verkeerd gezegd?

Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn of haar eigen gevoel. Zodra een kind van zichzelf afwijkt om bij een groep te horen, raakt hij steeds verder verwijderd van zijn eigen gevoel. Het gevolg is dat een kind vervolgens voortdurend in onzekerheid leeft. “Vindt Fientje mij nog wel aardig?” “Zou Sam boos op mij zij?” “Vinden ze mij dom of stom?” “Hoor ik er nu nog wel bij?”

Zolang Sam niet boos is, Fientje nog steeds blij en de vriendengroep nog steeds in stand is, voelt het kind zich opgelucht en blij. Tot er een nieuwe situatie voorbijkomt waarin de twijfel de kop opsteekt.

 

Piekeren

Piekeren over wat anderen vinden of denken, kost veel energie en gaat ten koste van iemands zelfbeeld en zelfvertrouwen. Kinderen die zich voortdurend zorgen maken over wat anderen vinden of denken, hebben geen vertrouwen meer in hun eigen gevoel of gedrag.

 

Trouw blijven aan jezelf

Hoe kun je als ouder je kind begeleiden om trouw te blijven aan zichzelf?

1). Blijf in je eigen tuin. Maak een kind bewust van zijn eigen gevoel en dat van een ander. Maak dit visueel, door bijvoorbeeld gebruik te maken van ‘je eigen tuin’. Hoe weet een kind of hij in zijn eigen tuin is, of rondsnuffelt in andermans tuin op zoek naar zijn gevoel?

  1. Ik ben in andermans tuin, als…
    1. … ik pieker over wat een ander denkt of voelt.
    2. … ik mij zorgen maak of anderen mij nog wel aardig vinden.
    3. … ik vóór een bepaalde situatie bang ben hoe een ander gaat reageren.
    4. … ik mij onrustig, verdrietig of onzeker voel in een groep.
  2. Ik ga terug naar mijn eigen tuin door…
    1. … stil te staan welke gevoelens van mij zijn en welke van de ander.
    2. … te beseffen dat ik alleen invloed heb op mijn eigen gevoel.
    3. … te weten dat mijn eigen gedrag en gevoel oprecht en goed is. Wat een ander hiervan denkt of ermee doet, is van de ander. Mijn intenties zijn goed, dus ik ben goed.

Door middel van kindercoaching krijgt jouw kind handvatten om terug te keren naar zijn / haar eigen tuin en daar te blijven. Benieuwd hoe? Neem dan gerust contact op via het contactformulier.

 

2). Waarom willen anderen mij als vriend(in)? Kinderen die veel piekeren over wat anderen denken of vinden, hebben vaak ook een laag zelfbeeld. Door op een positieve manier naar zichzelf te kijken, leren kinderen zichzelf meer te waarderen en zullen twijfels en gepieker afnemen. Ga in gesprek met je kind over zijn / haar kwaliteiten.

Dit kan overigens ook in spelvorm!

  1. Ga met elkaar voetballen of overgooien. Benoem een kwaliteit van jezelf of juist van de ander wanneer je de bal schopt of gooit.  
  2. Schrijf een heleboel kwaliteiten op verschillende kaartjes. Leg ze bedekt op tafel en laat je kind kwaliteiten kiezen. Ga in gesprek over deze kwaliteit. Herkent je kind zichzelf hierin? Waarom wel / niet?
  3. Maak samen een tekening van bijvoorbeeld een boom, een zon of een huis. Schrijf op iedere tak, bij iedere zonnestraal of in iedere kamer een kwaliteit.
  4. Maak een stripverhaal met jouw kind in de hoofdrol. Laat je kind een stripverhaal tekenen hoe hij of zij zich het liefste wil voelen en gedragen in een vriendschap of een groep. Wat heeft je kind nodig om zich zo te voelen? Wat staat hem / haar in de weg om zich zo te voelen?

 

3). Laat het piekermonster buiten de deur. Iedereen heeft weleens een stemmetje in zijn / haar hoofd, dat kritiek uit of je laat piekeren over een bepaalde situatie. In mijn kindercoachpraktijk noem ik dit vaak een piekermonster. Door je piekermonster visueel te maken, is het gemakkelijker om grip te krijgen op deze gedachten. 

Welke gedachten heeft je kind als hij / zij piekert over bijvoorbeeld een vriendschap of een situatie? Schrijf deze gedachten op een papier. Laat je kind zijn / haar eigen piekermonster tekenen. Geef het monstertje een naam en een kleur. Schrijf alle gedachtes die hierbij horen op.

Draai het papier nu om. Naast een piekermonster, zit er namelijk ook een helper in het hoofd van je kind. De helper geeft positieve feedback en bezorgt je kind zelfvertrouwen. Hoe ziet de helper eruit? Geef de helper een naam en een kleur. Schrijf alle gedachtes die bij de helper horen op.

 

Stop het piekeren met behulp van de drie sleutels

Veel kinderen die piekeren over een situatie of vriendschappen zijn gebaat bij het vergroten van hun zelfkennis, zelfvertrouwen en zelfredzaamheid.

Ben je benieuwd naar wat kindercoaching voor jouw kind kan betekenen? Neem dan contact op voor een vrijblijvende intake of een informatief telefoongesprek!

Het belang van zelfkennis

Op mijn website benoem ik regelmatig de drie sleutels tot een stevige mentale weerbaarheid. Waarom zijn deze sleutels zo belangrijk? En hoe ontdekt een kind waar hij zijn eigen sleutels kan vinden?

 

De eerste sleutel

Een krachtige basis begint bij kennis over jezelf. Over emoties, gedachten, gevoelens en gedrag.

Misschien herken je het wel. Je voelt je prikkelbaar, reageert geïrriteerd naar de mensen in je omgeving en je hebt geen zin in de dag. Of je voelt je enorm vermoeid, je kan geen energie of enthousiasme opbrengen voor activiteiten. Of je voelt je onverwoestbaar! Je wordt blij van elke kleine zonnestraal en huppelt door de dag.

 

Mindere dagen

Waarom voel je je de ene dag zo goed en de andere dag niet? Natuurlijk horen mindere dagen bij het leven. Zonder deze dagen, kunnen we de écht goede dagen ook minder waarderen.

 

Hoofd, hart en lichaam 

Je lichaam, hoofd en hart werken als een team samen. Een gebeurtenis of situatie kan jouw gevoel beïnvloeden. Je voelt een bepaalde emotie, ook al weet je nog niet goed welke emotie. Je gedrag probeert jou duidelijk te maken dat je de emotie (welke het dan ook is) aandacht moet geven.

 

Gebruiksaanwijzing

Helaas worden we niet geboren met een gebruiksaanwijzing. Je kunt niet in jouw handleiding raadplegen welke emotie je voelt en wat je moet doen. Wel kun je leren om bepaalde gevoelens te herkennen, vervolgens te erkennen en ontdekken wat helpt om je beter te voelen.

 

Kinderen leren om te gaan met emoties

Volwassenen hebben al een heel leven kunnen oefenen met verschillende gevoelens en emoties. Kinderen moeten al deze emoties en gevoelens nog leren kennen. Zoals hierboven beschreven, werken het hoofd, hart en lichaam samen. Vertoont je kind vervelend of onrustig gedrag? Probeer met een andere bril naar dit gedrag te kijken. Wat probeert je kind te communiceren met het gedrag dat hij vertoont? Is er iets gebeurt, waardoor hij zich verdrietig of boos voelt? Ga samen op ontdekkingsreis welke emotie je kind voelt en verklaar vervolgens samen het gedrag.

 

Ontdek de emotie

De belangrijkste eerste stap in het ontdekken van de emotie, is het erkenning voor het gevoel. Erken het gevoel van je kind, door dit te benoemen. “Je voelt je boos, het is ook heel stom dat je niet mag gamen omdat je huiswerk moet maken.” Je hoeft nog niet uit te leggen waarom je kind niet mag gamen. De emotie mag eerst aandacht krijgen.

 

Herkennen van gevoelens en gedrag

Voor kinderen is het belangrijk dat zij bepaalde signalen van hun lichaam leren kennen. Ze worden zich bewust dat ze een probleem ervaren of dat iets ze dwarszit. Ze hoeven dan niet direct te weten wat er aan de hand is. Oefeningen, opdrachten of tips kunnen een kind helpen om zelf te ontdekken waar het gedrag vandaan komt.

 

De schatkaart naar de sleutel

Gun jij je kind ook meer zelfkennis? Neem dan contact met mij op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Meer weten over de andere sleutels of mijn werkwijze? Kijk dan op de pagina over kindercoaching.

De rechten van het kind

Je hebt vast weleens gehoord van het Verdrag van de Rechten van het Kind. Ieder kind heeft rechten. Denk bijvoorbeeld aan het recht op veiligheid, het recht op een dak boven zijn hoofd, op eten en privacy.

 

Daarnaast hebben kinderen ook recht op een eigen mening. Dit recht staat in het verdrag, maar in de praktijk wordt de mening van kinderen helaas niet altijd gehoord.

 

Het recht om gehoord te worden

Kinderen hebben het recht om hun verhaal te vertellen. Wanneer zij het ergens niet mee eens zijn, mogen zij dit uiten en hebben ze recht op een luisterend oor.

Wie anders dan het kind zelf weet immers het beste hoe hij ergens over denkt?

 

Luisteren naar kinderen in de praktijk

Een valkuil van veel volwassenen is dat zij denken te weten wat goed is voor een kind. Volwassenen hebben uiteraard meer levenservaring, maar ieder kind en iedere situatie is uniek. Door kinderen de kans te geven hun mening te uiten en hier vervolgens oprecht naar te luisteren, leren kinderen dat zij kunnen vertrouwen op hun eigen mening en worden zij versterkt in hun eigen kracht.

 

Wees nieuwsgierig

Kinderen zitten vol bijzondere levensinzichten. Door echt nieuwsgierig te zijn en een luisterend oor te bieden, kan een kind je verbazen met zijn mening. Kinderen hebben inventieve oplossingen, denken vaak (nog) objectief over bepaalde onderwerpen en staan open voor de mening van anderen. Ga mee in de verwondering van je kind, stimuleer de nieuwsgierigheid en leergierigheid en haal het kind in jezelf naar boven!

 

Versterk je kind in zijn kracht

In het verdrag van de rechten van het kind staan verschillende artikelen over de vrijheid van meningsuiting en het recht van kinderen om gehoord te worden. De belevingswereld van kinderen is heel anders dan die van volwassenen. Voor een kind op de basisschool is bijvoorbeeld een nieuw spel in de klas een bijzondere gebeurtenis. Voor een kind op de middelbare school is een vriendschap die even niet lekker loopt heel belangrijk. Soms kunnen volwassenen deze gebeurtenissen of onderwerpen als onbelangrijk bestempelen. Door kinderen juist het gevoel te geven dat hun ervaringen of problemen er ook toe doen, versterken we kinderen in hun kracht. Het zelfinzicht, zelfvertrouwen en uiteindelijk hun zelfredzaamheid worden hierdoor versterkt. En zoals je misschien al eerder hebt gelezen, zijn dit de drie sleutels tot een stevige mentale weerbaarheid. Een krachtige basis, voor krachtige keuzes!

 

Meer weten?

Ook jouw kind verdient het om gehoord en gezien te worden. Ik kan me heel goed voorstellen dat het niet altijd even makkelijk is in een druk gezinsleven om geduldig aandacht te geven aan de problemen waar je kind eventueel mee worstelt. Ik help jullie daar graag bij! Wil je meer weten of een vrijblijvende kennismaking plannen? Neem dan contact met mij op!

Wat zou jij een vriend(in) adviseren?

“Nee! Ik heb de appeltaart laten aanbranden! Hoe kan ik nou zo stom zijn…”

 

Een klein foutje, maar toch baal ik van mezelf. Nu hebben we geen appeltaart en mijn broer is morgen jarig. Stom, stom, stom!

 

Zo blijf ik nog een poosje doorgaan. Andere kleinigheden komen boven op de stapel en ik voel me steeds nuttelozer worden.

 

Streng zijn voor jezelf

Waarom zijn veel mensen toch zo streng voor zichzelf?

Je haar zit niet goed, het eten is mislukt, de tekening is niet mooi, je hebt niet hard genoeg gewerkt of geleerd.

Veel volwassenen, maar ook kinderen zijn strenger voor zichzelf dan voor anderen. Ze hebben geen realistisch beeld van zichzelf, maar houden zichzelf in plaats daarvan een kritische spiegel voor.

 

Is dat zo erg?

Een kritische spiegel is niet direct slecht of erg. Het houdt je ook scherp, motiveert je om het beste uit jezelf te halen en om jezelf te blijven ontwikkelen.

Maar pas op! Een kritische spiegel kan doorslaan naar negatieve vergelijkingen met anderen of te streng zijn voor jezelf, met onzekerheid als gevolg.

 

Ben je ook zo streng voor anderen?

Een appeltaart die aanbrandt, dat kan de beste overkomen toch? Zou jij een vriend(in) die per ongeluk de appeltaart laat aanbranden, een stommeling noemen? Waarschijnlijk niet! Waarom noem je jezelf dan wel een stommeling?

 

Veel kinderen zijn streng voor zichzelf, zijn onzeker of wuiven hun eigen prestaties weg. Herken je dit bij jouw kind? Stel dan eens de wondervraag: “Wat zou je tegen een vriend(in) zeggen in deze situatie?”

 

Zelfkennis

Door deze wondervraag wordt een kind zich bewust van zijn gedachtes en gedrag. Zelfkennis is de eerste sleutel tot een sterke mentale weerbaarheid. Deze krachtige basis stimuleert het maken van krachtige, zelfverzekerde keuzes. Meer weten over de drie sleutels en mentale weerbaarheid? Klik dan hier!